Als het vulpistool herhaaldelijk wordt uitgeschakeld, is het apparaat voor verkeerd tanken mogelijk geactiveerd. Het systeem voor verkeerd tanken is ontworpen om te voorkomen dat er benzine aan de brandstoftank wordt toegevoegd.

Het voertuig kan zijn voorzien van een actief of een passief apparaat voor verkeerd tanken.

Het actieve systeem voor verkeerd tanken is normaal gesproken gesloten en gaat open wanneer een dieselpompmondstuk wordt ingebracht. Om de metalen klep te openen, moet het pompmondstuk van de juiste maat volledig en vierkant worden ingebracht. Er is geen resetprocedure nodig. Als u een vulmondstuk van een niet-standaard formaat gebruikt, moet eerst een adapter van 25 mm in de vulhals worden geplaatst (deze is niet inbegrepen in de voertuiggereedschapsset).

Het passieve systeem voor verkeerd tanken is normaal gesproken open en wordt geactiveerd als er een benzinepompmondstuk wordt ingestoken. Wanneer deze wordt uitgezet, is er een gele plastic klep zichtbaar in de brandstofvulopening. Het passieve systeem voor verkeerd tanken moet worden gereset met behulp van de gele resettool.

1. Steek het resetgereedschap, met de tanden naar boven, zo ver mogelijk in de brandstofvulopening.
2. Druk voorzichtig op de bovenkant van het resetgereedschap om de tanden vast te zetten. Niet draaien.
3. Trek het gereedschap langzaam uit de tankvulopening om de passieve bescherming tegen verkeerd tanken te resetten.